VERHOOR

Harry Cohen

 

Vandaag wordt de Februaristaking 1941 herdacht. Samen met een ander lid van de communistische partij deelde Harry Cohen destijds gestencilde stakingsoproepen uit.


 

Toen Nederland na de Duitse inval in mei 1940 capituleerde, was er natuurlijk niet meteen sprake van een georganiseerde verzetsbeweging. Daarvoor was een zekere aanlooptijd nodig. In de diverse politieke kampen zochten initiatiefnemers contact met geestverwanten en vervolgens ging men na wie wel en wie niet te vertrouwen was, welke technieken in aanmerking kwamen, enzovoort. De enigen die vanaf de eerste dag over een goed ingewerkte organisatie beschikten, waren de communisten. In die kringen was men er al jarenlang aan gewend de overheid als vijand te zien, in het geheim te vergaderen en de genomen besluiten bliksemsnel uit te voeren. Kortom, het voor illegale acties nodige netwerk was hier van begin af aan aanwezig. En de mentaliteit ook.

Door dit alles kon de communistische partij in 1941 meteen met een goed geolied apparaat aan de voorbereiding van de Februaristaking deelnemen. Sommige historici menen zelfs dat de hele actie eigenlijk een communistisch initiatief is geweest. Hoe dit ook zij, op die 25ste februari kregen we 's morgens vroeg al bevel ons gereed te houden. Een uurtje later arriveerde een pak gestencilde stakingsoproepen die ik, samen met een ander partijlid, bij de ingangen aan weerszijden van een autotunnel in Amsterdam-Oost moest uitdelen.

Van dat partijlid wist ik niet veel meer dan dat hij Leyden van Amstel heette. Ondanks die aristocratisch klinkende naam was hij een eenvoudige middenstander, een slager in een volksbuurt bij het Amsterdamse Frederiksplein. We hadden elkaar al enkele malen eerder ontmoet omdat zijn winkel als een soort berichtencentrum voor de partij diende en ik daar af en toe geheimzinnige enveloppen moest afhalen of brengen. Hij kwam over als een energieke, vriendelijke, maar nogal zwijgzame man. Een zachtaardige variant van het geen-woorden-maar-dadentype.

Het was vreemd stil op straat die ochtend, misschien omdat de trams op dat uur al in staking waren. De tunnel werd vooral door fietsers gebruikt. We verdeelden het pak pamfletten in tweeën en gingen ieder bij een ingang staan. Door een bocht in de tunnel konden we elkaar niet zien. Zodra mijn stapeltje op was, ging ik weer naar huis, zonder me af te vragen of deze actie veel had uitgehaald - de CPN was wel vaker met een 'initiatief' gekomen dat op niets was uitgelopen.

Later op de dag bleek dat niemand mijn tunnelgenoot had teruggezien. De volgende dag kwam het bericht dat hij tijdens het uitdelen van de stakingsoproepen door de Duitse politie was gearresteerd. Een ooggetuige vertelde me later wat er daarna gebeurd is. Leyden van Amstel (zijn voornaam heb ik nooit gekend) werd gedwongen tijdens het verhoor met zijn neus tegen een muur te staan. Telkens als hij een antwoord op een vraag weigerde, kreeg hij een vuistslag in zijn nek.

Ik heb hem nooit meer teruggezien.


Met toestemming van de auteur overgenomen uit NRC/Handelsblad van 25 febrauri 2004